Liesbeth, burn-out in de zorg.

Burn-out verhaal vrouw

Bij de huisarts

Vrijdag 15 februari. Het is 09:00 uur wanneer ik plaats neem in de wachtzaal van mijn huisarts. Ik ga zo meteen binnenstappen en vertellen dat ik me wat moe voel. Ik ga vragen om een bloedstraal af te nemen en ik ga er van uit dat het resultaat van de bloedafname een vitaminetekort aan het licht brengt. Een kwartier later lopen de tranen over mijn wangen. Ik vertel mijn huisarts hoe ik me voel, maar gek genoeg lijken het niet mijn woorden te zijn. Het is alsof iemand anders me vertelt wat er de afgelopen maanden met mij gebeurd is. Pas op dat moment begint het te dagen in wat voor een benarde situatie ik ben terechtgekomen.

Een nieuwe baan

In 2018, het jaar waarin ik 40 jaar werd, had ik vol enthousiasme beslist om voor een zorgjob te kiezen. Bijna 20 jaar na mijn afstuderen zou ik écht als verpleegkundige aan de slag gaan. Geen administratieve of coördinerende job meer, maar echt 100% zorgen voor mensen. Ik ging met veel plezier aan de slag, kwam in een fijn team terecht en kreeg een korte maar degelijke opleiding in het werkveld. Ik heb geploeterd en gezweet en had af en toe een ‘goede dag’ waarbij ik mijn patiënten kon geven wat ze nodig hadden.

Met het water aan de lippen

Meestal had ik een ‘redelijke dag’ waarbij het water me continu aan de lippen stond omdat het tempo moordend hoog lag en ik het nauwelijks kon volgen. Wekelijks was er ook een echte ‘off day’ waarbij de tranen me in de ogen sprongen omdat ik me zo leeg voelde. Leeg omdat ik geen tijd had om 5 minuten op het bed van een patiënt te zitten, die er duidelijk nood aan had. Leeg omdat ik overprikkeld was door kunstlicht, drukte en lawaai, alarmen van infuuspompen en belletjes van patiëntenkamers.

Altijd maar doorgaan

Steeds vaker begon ik een kwartier eerder aan mijn shift om te anticiperen op de drukte die zou komen. Steeds vaker zocht ik de stilte van het toilet op om bij te komen. Ik schrapte activiteiten uit mijn agenda. Eerst op weekavonden. Nadien ook in het weekend, tot er niets meer overbleef. Ik kwam uitgeput thuis, sleepte me naar de keuken om een maaltijd voor mijn gezin te bereiden en viel daarna uitgeteld op de stoel neer. Elke dag opnieuw. Het lukte me vaak niet om rechtop te staan of rechtop te zitten. Het leek of mijn lichaam me niet meer kon dragen. Ook mijn geest was in overdrive. Ik reageerde overdreven emotioneel op banale gebeurtenissen, mijn gedachten vernauwde zich met de dag. Op mijn werk hield ik me redelijk sterk, maar toch kwamen er steeds meer bezorgde blikken. Maar steeds ging ik dapper verder, tot op vrijdag 15 februari.

De confrontatie

Mijn huisarts maakt me duidelijk dat ik de komende weken niet aan het werk ga en hij geeft aan dat ik echt rust moet nemen. Hoewel mijn bloedbeeld volkomen gezond is, komt er toch een vitaminekuur. Als ik naar mijn auto stap, voel ik de vermoeidheid loeihard toeslaan. Alsof ik mezelf toelaat het nu ook écht te voelen. Hoewel ik de eerste weken overdag en ’s nachts veel slaap, voel ik me voortdurend moe. Ik pieker veel. Wie neem ik in vertrouwen? Wat vertel ik mijn tieners? Mijn collega’s moeten mijn diensten opvangen. Wat zullen ze over me denken? Ik ben nog geen jaar bezig in mijn nieuwe job…

Gelukkig ben ik niet alleen

Ik krijg veel steun van mijn ouders, zus, vriendinnen en collega’s. Na enige tijd wordt me duidelijk, dat niemand me beter begrijpt dan diegene die er zelf mee worstelt of geworsteld heeft. Zij weten dat zo’n herstel geen continue stijgende lijn is maar eerder een ‘twee-stappen-vooruit-één-stap-achteruit-traject’. Dat je in beweging wilt komen maar dat je (in de beginfase) gewoon niet kan. Dat je een rugzak vol schuldgevoel en schaamte met je meedraagt omdat je alle rollen die je eerder opnam, niet meer kan vervullen. Bij hen vallen de woorden als ‘aanstellerij’ of ‘pak je gewoon bij elkaar’ niet. Bij hen voel ik me echt begrepen.

Het is gewoon te veel

Terwijl ik nog worstel met de fysieke vermoeidheid, merk ik dat ik amper prikkels kan verdragen. De ruitenwissers in de auto, de tv of radio die aanstaat, een rustig gesprek tussen mijn 2 kinderen aan de eettafel. Het is me allemaal te veel. Ik probeer geplande activiteiten met mijn gezin zo veel mogelijk door te laten gaan. Maar op een dansshow valt me op dat ik stukken van de voorstelling mis, omdat mijn geest niet kan volgen.

De storm om me heen

Alsof die fysieke en mentale vermoeidheid nog niet genoeg zijn, lijkt het alsof mijn leven op z’n grondvesten davert. Moeilijke gebeurtenissen uit mijn leven komen in alle hevigheid naar boven in een poging om een plaats te krijgen. Er zijn tranen, maar er is ook boosheid, frustratie en onbegrip. Ik schrijf en huil het van me af. Na een tijd keert mijn innerlijke rust terug. De storm is gaan liggen.

Is mijn werk wel goed voor mij?

Ondertussen blijft mijn huisarts me volgen en ben ik ontzettend blij dat zij elke keer opnieuw beslist wat voor mij het beste is. Ik ben op dat moment zelf niet in staat om keuze te maken. Wel begint het steeds duidelijker te worden dat ik niet terug kan naar mijn job als verpleegkundige. Waar ik in het begin nog luid stond te roepen dat ik zo snel mogelijk naar mijn team terug zou komen besef ik nu dat die job uiteindelijk niet zo goed bij me past. Ik begin aan een rouwproces, samen met mijn loopbaancoach, die trouwens al jaren mijn klankbord is. Ik moet afscheid nemen van mijn huidige professionele leven en kiezen voor iets wat beter bij me past.

Vreemd gedrag van mijn man

Vervolgens probeer ik goed voor mezelf te zorgen en me te omringen met authentieke, warme mensen. Ik ben aardig bezig om overeind te krabbelen en mezelf opnieuw graag te zien als mijn man vreemd gedrag begint te vertonen. Na enige tijd kan ik er de term ‘midlifecrisis’ op plakken. Op het moment dat ik in een periode van vertraging en rust zit, wil hij uitbreken en met 200km/u leven. Het botst…heel erg hard. Het is zo heftig, dat ik zowel professioneel als relationeel de grond onder mijn voeten voel wegzakken. Ik moet mezelf continu influisteren dat ik mag zijn wie ik ben en dat dat voldoende is. Ik probeer mild voor mezelf te zijn. Op die manier bouw ik een schild voor de harde dingen van buitenaf. Wat me helpt is de gedachte: ‘Breathe, darling. This is just a chapter. It’s not your whole story’.

Stappen vooruit

En ja, ik blijf overeind. ‘Wij’ blijven ook overeind. Ik heb, na een periode van 4 en een halve maand thuis zijn, een nieuwe job. Opnieuw administratief en coördinerend omdat ik dat eigenlijk heel erg graag doe en omdat ik er ook goed in ben. Ik zorg nu niet meer voor patiënten, maar wel voor teamleden die op hun beurt zorgen voor kinderen en jongeren in de geestelijke gezondheidssector. Ik doe betekenisvol werk in een omgeving met relatief weinig prikkels. En weet je. Als ik nu thuis kom, heb ik nog energie over om leuke dingen te doen. Ik blijf heel erg goed waken over mijn agenda en durf vaker ‘nee’ te zeggen. Ik hoef er geen excuus meer bij te verzinnen.

Zelf bepalen waar ik mijn energie aan besteed

Verder probeer ik mijn energievoorraad goed te visualiseren. Ik zie het als een bokaal. Ik bepaal voortaan voor wie of wat ik het dekseltje open. Wie er een stukje van mijn energie krijgt maar ook bij wie of wat ik zelf energie wil bijtanken. Halverwege op de bokaal staat een rode streep. Als mijn energiepijl dit streepje bereikt heeft, gaan er alarmbelletjes af en is het tijd voor mijn actieplan. Agenda er bij nemen, prioriteiten stellen en dan schrappen of wijzigen. Simpelweg ademruimte creëren.

Kleine gebaren maken grote verschillen

Ik heb ervaren, hoe belangrijk onvoorwaardelijke liefde en niet-aflatende steun van familie en vrienden is. Vanuit dit besef, probeer ik er te zijn voor wie door een moeilijke periode gaat. Af en toe een belletje, een kaartje, een knuffel, een ‘ik-denk-aan-je’. Ik vind dat we dat soort kleine gebaren niet te snel mogen opgeven. Mensen gaan vaak door een maanden- of jarenlang proces. Ga aan de zijlijn staan. Niet op één plaats, maar op verschillende plaatsen van het parcours. Op een dag zien zij het ook: ‘The best view comes after the hardest climb’.

Meer weten over Liesbeth?

Werkelijk prachtig hoe Liesbeth haar verhaal deelt zodat andere lotgenoten hier kracht uit kunnen halen. Wil je nu meer weten over Liesbeth? Bekijk dan haar Instagram of check haar website!

5 gedachten over “Liesbeth, burn-out in de zorg.

  1. Een krachtig verhaal, puur en authentiek; een heel complex gegeven in alle eenvoud omschreven. Dankjewel, Liesbeth, om dit te delen en om te zijn wie jij bent!

  2. Je verhaal zal anderen helpen om signalen juist te interpreteren. Op die manier raken anderen misschien net niet te diep. Knap dat je het durft neer te schrijven, te lezen voor iedereen. Je bent een dappere madam!

  3. Zo herkenbaar. Ik ben als docent verpleegkunde ook na 20j terug de zorg ingetrokken. Zo snel dat het allemaal moest gaan en ik ben dan nog eens niet goed opgenomen in het team. Allerlei zaken om een burn-out te bespoedigen.. Ik heb net zoals jou een fantastische huisarts die alles nauwgezet mee opvolgt en zelf probeer ik mijn energie-potje te vullen met dingen die ik graag doe of die mij blij maken. Geen makkelijke klus want voor mij gaan anderen vaak voor.. Tijd maken voor jezelf zonder schuldgevoel. Maar het kan deugd doen. Aan iedere lotgenoot het beste gewenst!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *